ONS LEVENSVERHAAL

“Het is fantastisch als een kind met een beperking toch kan doen wat hij wil.”

Yvonne van Diejen, moeder van Robert.

LEES VERDER

Enthousiast komt Robert aanlopen. Zijn pauze zit er net op. Robert (23 jaar) werkt bij het Ontmoetingscentrum op de LosserHof. Hier dekt hij tafels, vouwt hij servetten en sorteert hij bestek. 


Op de vraag of hij het naar zijn zin heeft, klinkt het meteen spontaan: “Ja, het is leuk, gezellig, goede collega’s ook.” 
Op een rustige plek in het Ontmoetingscentrum schuiven Robert en zijn moeder Yvonne van Diejen aan voor een gesprek voor de vaste rubriek in deze eerste Dichtbij over cliënten en hun cliëntvertegenwoordigers.

Het huis uit

Robert werkt niet alleen op de LosserHof, hij woont er ook, sinds een paar jaar. Hij heeft een kamer bij een woongroep met jongeren aan de Ulenkateweg. Ook daar heeft hij het erg naar zin. Yvonne: “Hij is heel goed te pas sinds hij hier is. Om het weekeinde komt hij naar thuis. Als hij daar te lang is, dan mist hij het hier.” Robert: “Ja, soms wel, soms ook niet.” Yvonne: “Toen zijn oudere zus Tanja een jaar of vijf geleden het huis uitging, vroeg Robert: ‘En waar ga ik wonen?’ Hij was er zelf ook aan toe.”

TERUG LEES VERDER

‘LosserHof,
ik kom eraan!’

Logische keuze

De LosserHof was een logische keuze. Robert kwam van kindsaf aan al op de LosserHof. Vanaf zijn zesde logeerde hij er regelmatig in het weekeinde of tijdens vakanties. Jaren later kreeg hij er via zijn school (’t Korhoen in Hengelo) een stageplek in het Ontmoetingscentrum en uiteindelijk werk. “Dus was het handig als hij hier ook zou gaan wonen. Dat bleek te kunnen, hoewel we er wel even op hebben moeten wachten.”

Vooral de grote vrijheid die Robert nu heeft, bevalt uitstekend. Op de LosserHof kan hij fietsen zonder dat hij veel gevaar loopt. Elke dag fietst hij van zijn woning naar zijn werk. Zonder begeleiding. Vanavond gaat hij zwemmen in het zwembad op de LosserHof. Daar kan hij zelf naartoe.

Buiten het instellingsterrein zou dat nooit kunnen, beseft Yvonne. “Het kost hem moeite alles te overzien. Als hij tijdens het fietsen door iets wordt afgeleid, dan vergeet hij om zich heen te kijken. Hier is dat niet zo erg. Hij moet wel opletten, maar het is niet druk en het verkeer gaat niet zo snel. ”

Trots

Ook in andere opzichten heeft Robert op de LosserHof meer vrijheid dan thuis. Zijn moeder: “Hij kan hij hier meer zelf bepalen wat hij wil doen; televisiekijken, fietsen, naar buiten. Hij kan meer zelf beslissen.” Trots laat Robert even later zijn fiets zien, een stoer model in een opvallende groene kleur.

TERUG LEES VERDER

Ook Yvonne en haar man hebben meer vrijheid gekregen sinds Robert op zichzelf woont. In de jaren dat hun zoon nog thuis woonde, stemde zijn moeder haar werktijden af op die van haar man, zodat Robert nooit alleen thuis zou zijn. Als haar echtgenoot werkte, was Yvonne thuis, en omgekeerd – Yvonne kon als flexwerkende verzorgende in een verpleeghuis aangeven wanneer ze wel en niet kon werken. “Mijn man en ik hebben jarenlang min of meer langs elkaar heen geleefd”, vertelt ze. Ook nu nog passen ze hun werktijden zodanig aan dat één van beiden thuis is als Robert om het weekeinde komt logeren.

Zorg

Yvonne: “Nu Robert niet meer thuis woont, hoeft dat zorgen niet meer zo. Je vraagt je wel af of de zorg die je altijd voor je zoon hebt gehad voldoende door anderen wordt overgenomen. Je wilt toch dat hij krijgt wat hij thuis ook had. Maar je moet erop vertrouwen dat dat zo is. Dat vind ik wel moeilijk. Maar goed, toen hij nadat hij een weekje thuis was geweest in de auto op weg naar de LosserHof zei: ‘LosserHof, ik kom eraan!’ Dan weet je, het is goed. Het is fantastisch als een kind met een beperking toch kan doen wat hij wil. Dat geeft je goede moed.”

TERUG

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

Twitter

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden