Sinds de Wet Zorg en Dwang (Wzd) is ingegaan, zijn er ook cliëntenvertrouwenspersonen Wzd (CVP Wzd). Zij werken bij verschillende organisaties, onder andere bij het LSR, het Landelijk Steunpunt (mede)zeggenschap. Cliënten van De Twentse Zorgcentra kunnen terecht bij twee CVP Wzd die werken bij het LSR: Margreeth Rebers en Karlijn Pomp. Zij zijn onafhankelijk van De Twentse Zorgcentra en partijdig aan de cliënt.

Lees verder

Zij luisteren naar cliënten die onvrijwillige zorg ervaren, geven advies en ondersteunen cliënten. Zelf vatten ze het zo samen: “Cliënten kunnen een beroep op ons doen als zij iets moeten wat ze niet willen of iets willen wat ze niet mogen. Cliënten en/of hun wettelijk vertegenwoordigers die hiermee te maken hebben, kunnen contact met ons opnemen. Wij luisteren naar hen en staan aan hun kant.”

Voorbeelden

De CVP Wzd gaat in gesprek met de cliënt (of zijn wettelijk vertegenwoordiger) als hij het niet eens is met de zorg die hij krijgt. Bijvoorbeeld een cliënt die aangeeft op zijn eigen kamer te willen eten maar van de begeleiding op de groep moet eten. De CVP Wzd geeft de cliënt dan adviezen over hoe de cliënt het gesprek met de begeleiding hierover aan kan gaan. Ook kan de CVP Wzd met de cliënt meegaan naar het gesprek. De CVP Wzd ondersteunt de cliënt dan in het gesprek op de manier zoals de cliënt het zelf graag zou willen. De CVP Wzd staat hierin altijd aan de kant van de cliënt.

Dat de cliëntenvertrouwenspersonen altijd aan de kant van de cliënt staan, betekent niet dat cliënten ook altijd “hun zin” krijgen. Margreeth legt dit uit aan de hand van een voorbeeld: “Een cliënt kan zich bijvoorbeeld verzetten tegen een afspraak waarbij er toezicht gehouden wordt op de cliënt door middel van een camera”. De cliënt vindt dit heel erg vervelend en voelt zich beperkt in zijn privacy. De organisatie moet goed onderzoeken of deze maatregel echt nodig is (zie kader) en of er alternatieven zijn.

Onvrijwillige zorg

De Wzd is ingegaan op 1 januari 2020. De Wzd geldt als er sprake is van onvrijwillige zorg. Dat is zorg waar degene die zorg ontvangt, het niet mee eens is. Onvrijwillige zorg mag alleen toegepast worden om ernstig nadeel te voorkomen voor degene die zorg ontvangt of zijn omgeving. Ernstig nadeel kan bijvoorbeeld zijn dat er iemand gewond raakt, dat er spullen kapot gaan of dat er agressief gedrag ontstaat. Onvrijwillige zorg mag alleen ingezet worden als er geen andere mogelijkheden meer zijn voor vrijwillige zorg. Met andere woorden: er moet altijd eerst onderzocht worden of er in overleg andere oplossingen mogelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen. Als dat niet lukt, mag onvrijwillige zorg ingezet worden. Dit moet zorgvuldig gebeuren en vastgelegd worden in het ondersteuningsplan. Het is altijd maatwerk dat wordt afgesproken met verschillende deskundigen. In de Wzd wordt dit verder uitgelegd.

Als al deze stappen goed onderzocht zijn en er is echt sprake van ernstig nadeel voor de cliënt of anderen (als de maatregel niet wordt ingezet), kan het zo zijn dat de maatregel blijft bestaan. De CVP Wzd ondersteunt de cliënt dan in het samen uitzoeken of de stappen goed doorlopen zijn, of het goed in het dossier is vastgelegd, of de alternatieven voldoende onderzocht zijn. Ook zal de CVP Wzd (op verzoek van de cliënt) meebewaken dat er op de juiste momenten geëvalueerd wordt en dat ook dan de rechten van de cliënt, bijvoorbeeld het aanwezig zijn tijdens deze evaluaties, goed doorlopen worden. De CVP Wzd gaat dus niet over de inhoud, maar kijkt of in dit soort situaties de wet goed gehanteerd is en kijkt hierin vanuit de rechten van de cliënt mee. Waar rechten geschonden worden zal de CVP Wzd dit bespreken.

In andere situaties is het soms duidelijker dat de cliënt eigen keuzes mag maken, bijvoorbeeld bij voorkeur voor kleding, haarstijl, inrichting van de kamer, wel of niet roken, keuze van werk en vrienden, enz. Dan is het uitgangspunt altijd dat de cliënt keuzevrijheid heeft, net als ieder ander.

Soms is er sprake van onbewust onvrijwillige zorg. Ook hiervan noemen Margreeth en Karlijn een voorbeeld: “Een begeleider kan als gewoonte hebben om bij een cliënt op de deur te kloppen en gelijk door te lopen. Dat lijkt heel gewoon, maar de cliënt krijgt dan geen tijd om te antwoorden met ja of nee en het recht op privacy is in het geding. Vaak is het al genoeg als zo’n gewoonte benoemd wordt.” De CVP Wzd heeft dus ook een signalerende functie naar begeleiders en de organisatie.

Like dit artikel | 9

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

Twitter

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden