In 2008 stopte een medewerker dit idee in de ideeënbus: palliatieve zorg voor cliënten. Het was een idee van meerdere medewerkers die zagen dat het goed zou zijn om cliënten in de laatste fase van hun leven te ondersteunen en zoveel mogelijk comfort te bieden.
Naar aanleiding van dit idee werd de expertisegroep Palliatieve zorg opgezet. De groep bestaat uit vier consulenten: Corinne Boerssen, Anneke Colenbrander, Anneke Bijen en José Zwartsen. Zij denken mee in de behoeften van cliënten en ondersteunen medewerkers en familieleden in het palliatief proces.
Te laat ingeschakeld worden
Hoewel de expertisegroep al meer dan tien jaar bestaat, is nog niet iedereen binnen de organisatie op de hoogte ervan. De consulenten worden ingeschakeld als duidelijk is dat een cliënt niet lang meer te leven heeft, maar in veel gevallen wordt het contact pas gezocht in de stervensfase. José: “Vaak zit een cliënt al in de terminale fase als wij erbij geroepen worden. Maar de palliatieve fase begint veel eerder.”
Anneke Bijen legt uit: “In de palliatieve fase ben je niet meer uit op genezing en herstel. Het is de fase waarin een cliënt achteruitgaat en niet meer beter wordt. Dat kan een traject van jaren zijn.”
Met de WensAmbulance naar zus
Zo lang van tevoren palliatieve zorg inschakelen, klinkt misschien wat overdreven. Maar de consulenten leggen uit dat het verstandig is om dan al na te denken over wat een cliënt nog graag wil doen. “Het zou jammer zijn als een cliënt zo graag nog iets wil doen, maar dat het niet meer kan omdat hij te ziek is. Als je op tijd begint met voorbereiden, kun je nog veel doen vóórdat de terminale fase aanbreekt”, legt Corinne uit. “Zo kon een cliënt vorig jaar met de WensAmbulance naar zijn zus; het was mooi dat dit voor hem geregeld kon worden.”
Aangepaste beker en een fijne stoel
Niet alleen is het goed om in dit stadium na te denken over wat een cliënt nog wil doen; het is ook slim om op dat moment al extra zorg in te schakelen. Anneke Colenbrander: “Als consulent weten wij dat er een indicatieverhoging mogelijk is in deze fase van het leven van de cliënt. Er kan dan meer zorg ingezet worden.” Als voorbeeld vertelt ze over de meerwaarde van ergotherapie: “Als een cliënt moeilijker gaat drinken, kan er een aangepaste beker aangeschaft worden. En als hij niet meer kan lopen, komt er een fijne stoel. Ik ken ook een cliënt die knuisten maakt en daardoor smetplekken op haar handen heeft. Ze krijgt nu een heel simpel ding dat ze zelf vast kan houden en waardoor ze haar handen ontspant.”
Muziektherapie
Om de lijnen kort te houden, zitten er ook andere specialisten in de expertisegroep Palliatieve zorg; een ergotherapeut, orthopedagoog, arts en twee geestelijk verzorgers. “Elk vakgebied heeft zijn eigen expertise. Samen kunnen we er voor de cliënt zijn in deze fase”, vertelt José.
Niet alleen deze experts, maar ook anderen worden ingeschakeld. Anneke Colenbrander: “De vraag van de cliënt is leidend. We zetten ook wel eens muziektherapie in.” En José vult aan dat er regelmatig een diëtiste ingezet wordt: “Smaak kan veranderen. Een diëtiste kan ervoor zorgen dat de cliënt toch nog kan genieten van eten. Ook op andere vlakken kan een diëtiste helpen, bijvoorbeeld door aangepaste voeding voor te schrijven als de cliënt decubitusplekken heeft.”
Verdriet en onmacht
De consulenten, die allen een opleiding over palliatieve zorg gevolgd hebben, ondersteunen ook de familieleden van de cliënt. Ze denken mee en vooruit, waardoor er rust komt en de palliatieve fase prettiger verloopt. Ook helpen ze bij het voeren van lastige gesprekken.
Anneke Bijen had een broer met downsyndroom. Vorig jaar overleed hij. Anneke begrijpt daarom hoe het is om aan de andere kant te staan. “Familie kan emotioneel reageren, maar dat heeft een reden. Ze voelen verdriet en onmacht. In sommige situaties kan ik collega’s uitleggen waarom het voor familie zo moeilijk is om los te laten en om bepaalde beslissingen te moeten nemen.”
Iemand zien sterven
De consulenten zijn er natuurlijk ook voor de medewerkers. Ze begeleiden de teams in het proces, nemen onrust weg en laten medewerkers inzien dat ze veel meer kunnen doen voor de cliënt dan ze zelf vaak denken. Corinne: “Wij staan verder van de cliënt af en zijn daarom emotioneel minder betrokken dan de begeleiders. In het begin is er vaak angst en onrust binnen teams. Ik zeg daarom vaak tegen de medewerkers hoe mooi het is om de cliënt ook in deze laatste fase te begeleiden.”
Anneke Colenbrander vult aan: “Mensen vinden het vaak moeilijk om iemand te zien sterven, omdat ze denken dat iemand lijdt. Maar met palliatieve zorg willen we het lijden juist voorkomen.”
Wil jij meer informatie over palliatieve zorg voor cliënten, heb je advies van een consulent nodig of wil je je inschrijven voor een workshop over palliatieve zorg? Mail de expertisegroep via palliatievezorg@detwentsezorgcentra.nl.