Waar ben ik?
Ik ben in Onderwijscentrum het Roessingh, kortweg het OCR*. Daar wacht ik op Sasja Kuipers en Sandra Peters. Zij werken beiden voor Ambulante Begeleiding School (ABS). Vol enthousiasme vertellen ze over hun werk met de kinderen. Sasja werkt op het OCR, Sandra op Het Meerik*. Er wordt ook ABS aangeboden op De Huifkar*.
ABS
Sasja legt uit dat ABS nog niet zo bekend is binnen De Twentse Zorgcentra. Wonen en dagbesteding kennen de meeste mensen wel, maar ABS is iets heel anders. ABS is de begeleiding van kinderen op school. Niet als leerkracht, maar als een paar ‘extra handen’. Deze extra begeleiding kan zich richten op verschillende dingen, zoals zindelijkheid, omgaan met andere kinderen, zelfredzaamheid en communicatie. Soms begeleid je als ABS-er één kind, maar soms ook meer kinderen in dezelfde klas of in verschillende klassen. Overigens krijgen niet alle kinderen in de klas ABS. Om hiervoor in aanmerking te komen, is een indicatie van het CIZ* nodig. De meeste kinderen die een indicatie voor ABS hebben, gaan naar een school voor speciaal onderwijs. Dat hoeft echter niet per se. Ook kinderen in het reguliere onderwijs kunnen recht hebben op ABS. Sinds de invoering van de wet Passend Onderwijs komt dit steeds vaker voor.
Meer dan ABS
Al pratende blijkt dat het werkveld van ABS de laatste jaren is verbreed. Behalve ABS wordt er nu ook buitenschoolse opvang (BSO) en vakantieopvang geleverd. Dit is opvang buiten de schooltijden. De nadruk ligt daarbij minder op leerdoelen en meer op actief en gezellig bezig zijn. Ook voor deze vormen van opvang is een indicatie van het CIZ nodig.
Glimlach
Als laatste vraag ik de dames wat ze het leukste vinden aan hun werk. Direct verschijnt er op beide gezichten een glimlach. “De kinderen”, luidt het in koor. “Het is fijn als je iets met ze bereikt, als je contact met ze kunt maken, als ze plezier hebben in hun dag en als je ziet dat ze zichzelf zijn.” Dat klinkt goed; het is precies wat we al onze cliënten toewensen!