Ik ben ontroerd door de veiligheid die zij blijkbaar ervaart binnen onze groep waar zij jaren terug is geplaatst en waar ze in het begin haar eigen plek met hand en tand heeft verdedigd.
Ik kijk naar haar en merk op dat ze zich niet af laat leiden door de bouwvakkers die luidruchtig bezig zijn om onze woning op te knappen tot een mooi onderkomen. Haar vriendin die aan de andere kant van de bank zit aait vriendelijk over haar voeten en ook dit ondergaat ze in alle rust.
Ik stel mij voor dat al de moeite die wij voor haar hebben gedaan om haar die zorg te kunnen bieden die zij zo nodig heeft niet door zou zijn gegaan, uit financiële overwegingen. En ik voel mij acuut slecht.
Haar voelsprieten reageren hier onmiddelijk op en ze kijkt mij vanonder haar deken schuin aan en vraagt of ik ook ziek word. “Nee joh”, antwoord ik stellig. Daar begin ik niet aan, dan moet jij voor mij gaan zorgen. Ze pikt de humor gelijk op… “Jij koekoek!!!!” Ze lacht hardop en ik geef haar als antwoord een dikke knuffel.