Luide muziek, dansende cliënten, discolicht. Het is vrijdagavond, half acht. Dit is ‘Lotje en Ko’, de plek om elkaar te ontmoeten op ’t Bouwhuis in Enschede. Een tiental cliënten heeft zich hier verzameld. Giovanni Ripolli bepaalt het ritme – hij is de dj.
Achter de bar staan de vrijwilligsters Carin Valley (55 jaar) uit Enschede en Marja Verkuijlen (54 jaar) uit Zenderen. Ze zijn verrast door de opkomst. “Zo druk hebben wij het nog niet eerder meegemaakt”, stellen ze vast. Sinds Lotje en Ko is opgericht, april vorig jaar, schenken zij één keer in de acht tot tien weken de drankjes. “Verder hebben wij er niks mee van doen. De cliënten doen de rest.”
Carin en Marja werkten jarenlang in de apotheek op het instellingsterrein, totdat-ie in 2014 moest worden gesloten. Ze hebben fijne herinneringen aan hun tijd bij
’t Bouwhuis. “Het was hier altijd gezellig”, zegt Marja. Carin: “Bewoners klopten bij ons op het raam – de apotheek zat centraal op het terrein – zwaaiden naar ons of liepen even bij ons binnen. Het zijn zulke leuke mensen.” Marja: “Er is hier een leuke sfeer. Jammer dat we weg moesten.”
Voor de duidelijkheid: ze werden niet ontslagen. Ze zijn/waren in dienst van de Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) en hielden na hun vertrek uit Enschede werk als apothekersassistente bij ZGT.
Binding
Om ‘binding te houden’ met de bewoners en ’t Bouwhuis, meldden ze zich aan als vrijwilligers. “Wij hebben gekeken naar wat ons leuk leek, naar wat we samen zouden kunnen doen en wat in ons schema past”, vertelt Marja. Het werd bardienst bij Lotje en Ko, deze vrijdag van 19.00 tot 21.00 uur. Carin: “Het is heel vertrouwd om
hier te zijn. Via medewerkers van ’t Bouwhuis met wie we nog steeds contact hebben, blijven we op de hoogte van wat er allemaal gebeurt.”
Als het rustig is aan de bar hebben Marja en Carin tijd om even bij te kletsen, vertellen ze. De twee kennen elkaar goed. “Beter dan onze eigen mannen”, lacht Carin. Samen met enkele (oud-)collega’s uit de apotheek en een doktersassistente van ’t Bouwhuis gaan ze elk jaar een weekeindje kamperen. “Met de mannen erbij, en vroeger ook met de kinderen, maar die gaan niet meer mee. Het klikt gewoon
tussen ons. De mannen spreken ook wel eens samen af om te gaan poolbiljarten.”
Worst en kaas
‘Heb je even voor mij’ van Frans Bauer schalt door de speakers; cliënten dansen. Iemand speelt op de flipperkast. Schalen met blokjes worst en kaas gaan rond. Marja: “Bewoners kunnen hier helemaal uit hun dak gaan.” Een bewoner vraagt aan de bar om een biertje. Hij krijgt een flesje Grolsch aangereikt. Carin en Marja houden wel een beetje in de gaten hoeveel alcohol er wordt gedronken.
Carin: “Maar de bewoners weten zelf vaak heel goed wat ze wel en niet mogen.”
Marja en Carin kennen de cliënten (nog) niet allemaal bij naam. “We kennen de namen op zich wel èn de geneesmiddelen die ze gebruiken. De gezichten erbij onthouden, is nog moeilijk voor ons, maar dat leren we wel”, zegt Carin. De medicijnen werden altijd bij de groepen bezorgd, dus cliënten en/of hun begeleiders hoefden ze niet zelf in de apotheek te gaan halen.
Koelkast
Gelukkig is cliënt Tonnie Meuleman aanwezig. “Hij weet alles. Hij legt het ons allemaal uit. Laatst konden we in de enorme hoeveelheid sleutels de sleutel van de koelkast niet vinden. Tonnie wees meteen een kleine, vierkante aan, en die paste”, vertelt Marja. “Hij wacht ons op, hij zwaait ons uit.”
Dan volgt weer een bestelling. Moet ik een muntje kopen, wil een cliënt weten. Nee, nee, een euro is goed. Ondertussen is Esmeralda Hamersma aan de bar gaan zitten, vol verhalen over het overlijden van een groepsgenoot. Hij is zomaar ineens gestorven. Ze mist hem. Bij zijn uitvaart zal ze een gedicht voorlezen, vertelt ze. Esmeralda komt elke vrijdag naar Lotje en Ko. Muziek, hapjes, het bevalt haar hier uitstekend. “Ik verheug me er altijd weer op.” Net als Carin en Marja.