VDW_Pleisters

VAN DE WERKVLOER

Praktijkverpleegkundige zijn, is ‘hartstikke leuk’

LEES VERDER

Altijd hectisch. De meeste doktersassistentes van De Twentse Zorgcentra zijn nu praktijkverpleegkundigen. Ze kregen meer taken.

Een paar jaar geleden heetten ze doktersassistentes; sinds juni 2014 zijn ze praktijkverpleegkundigen. De verandering betekende een uitbreiding van hun taken, betere zorg, meer kwaliteit.

Ze moesten er een jaar lang voor naar school. Drie dagen per maand volgden ze de opleiding tot praktijkondersteuner huisarts bij Saxion. Pittig, maar de moeite waard. Jet: “Wij zijn meer de rechterhand geworden van de arts. Die zegt sneller: ‘Kijk jij eerst even.’ We hebben een grotere verantwoordelijkheid gekregen.” Anne-Marie: “Meer ondersteunend.” Maar de arts houdt in alle gevallen de eindverantwoordelijkheid, benadrukken ze. Jet: “We koppelen alles terug.”

Anne-Marie en Jet kunnen als praktijkverpleegkundigen bijvoorbeeld meer betekenen voor cliënten met chronische aandoeningen, zoals diabetes en hart- en vaatziekten. Ze houden gespecialiseerde spreekuren. Verder is er meer aandacht voor cliënten met wonden.
Jet: “De verzorging van wonden is heel lang een ondergeschoven kindje geweest. Ik heb nu patiënten die ik wekelijks zie. Voorheen ging er in de groep vaak gewoon een pleister op. Pas als een wond niet goed genas, kwam de dokter er aan te pas.” Anne-Marie: “Wij staan dichter bij de groepen, ze komen sneller bij je.” Jet: “Ik word steeds vaker gebeld om een wond te beoordelen. Die kant moeten we op.”
TERUG LEES VERDER

Begrijp haar niet verkeerd, maar praktijkverpleegkundige Jet Christenhusz is gek op wonden. Of beter gezegd, op de verzorging ervan. “Dat is helemaal mijn ding. Het is niet nodig dat cliënten heel lang met een wond rondlopen. Als je een wond op tijd adequaat behandelt, kan-ie zo over zijn. Er is zo veel mogelijk.”

Het verzorgen van wonden, het beantwoorden en beoordelen van telefoontjes en e-mails van groepsleiders van cliënten die ziek zijn of klachten hebben, het houden van gespecialiseerde spreekuren voor cliënten met onder meer longziektes, hart- en vaatziektes of diabetes. Dat is in een notendop het werk van de negen praktijkverpleegkundigen in dienst van De Twentse Zorgcentra.

Meer kwaliteit
“Het is een hectisch vak”, beaamt Jet, die op de LosserHof werkt. “Maar wel het mooiste baantje dat er is.” Haar collega Anne-Marie Teggeler, standplaats ’t Bouwhuis: “Het is hartstikke leuk werk.”
TERUG LEES VERDER

Anne-Marie: “Wat wij doen, is verbreding in kwaliteit.”
Jet: “Wat zeg je dat mooi.”
Anne-Marie: “Het floept er zo uit.”

Bij gezondheidsklachten van cliënten kunnen woonbegeleiders of de cliënten tijdens kantooruren bellen met de praktijkverpleegkundigen op de locaties in Losser, Enschede of Almelo. Die behandelen de klacht zelf of regelen een consult bij een arts – bijvoorbeeld als er sprake is van koorts of hoesten. Na kantooruren is er één spoednummer voor alle locaties.

Vertrouwen
De woongroepen hebben zo veel mogelijk hun ‘vaste’ praktijkverpleegkundige. Dat is wel zo fijn. Jet: “Dan heb je als groep een vast aanspreekpunt. Tenzij er natuurlijk sprake is van een spoedgeval. Dat wordt meteen door de dienstdoende verpleegkundige of arts behandeld.” Anne-Marie: “Als je vaste cliënten hebt, bijvoorbeeld op het diabetes-spreekuur, dan houd je goed overzicht en kun je cliënten goed volgen. Je weet met wie je te maken hebt.” Jet: “Je bouwt een band op. Er is vertrouwen.”

Info
De telefoonnummers waarop praktijkverpleegkundigen tijdens kantooruren (8.30 uur tot 17.00 uur) te bereiken zijn: Almelo (4230), Enschede (4227) en Losser (4233).
TERUG MEER OVER JET MEER OVER ANNE-MARIE

VDW_nurse

Jet Christenhusz

In 1987 begon ik als z-verpleegkundige aan de interne opleiding in Losser. Ik heb nog in de flat gewoond die onlangs is afgebroken. Ik was zeventien, kwam uit Hellendoorn, had geen rijbewijs, ik moest wel. Ik was meer dan twintig jaar woonbegeleider op dezelfde groep, in verschillende samenstellingen.

“Het is een hectisch vak, maar wel het mooiste baantje dat er is.”

Toen er in Losser een doktersassistente ziek werd, vroegen ze of ik wilde invallen. Ik was toe aan iets anders. Zo kwam van het een het ander. Dat is nu drie jaar geleden. Ik ben wel voor de leeuwen gegooid, hoor. De combinatie van het werken met cliënten en de medisch inhoudelijk zorg spreekt mij aan. Je werkt in een team, maar ook solistisch. Het werken met mensen met een beperking is nooit saai.
TERUG

Anne-Marie Teggeler

25 jaar geleden belandde ik via mijn stage voor de hogere beroepsopleiding verpleegkunde (hbo-v) bij De Twentse Zorgcentra – toen nog ’t Bouwhuis. Ik was meteen verkocht. Het huiselijke, de verzorging van de cliënten… Ik had nooit verwacht dat ik het leuk zou vinden, maar er was een klik. Direct. Ik was op mijn plek. Tijdens mijn opleiding deed ik hier nog vakantiewerk. Toen ik solliciteerde, werd ik aangenomen als groepsleider.

“Als je vaste cliënten hebt, bijvoorbeeld op het diabetes-spreekuur, dan houd je goed overzicht en kun je cliënten goed volgen. Je weet met wie je te maken hebt.”

 

Sinds 2005 ben ik doktersassistente. Ik wilde graag iets meer medisch inhoudelijk doen, maar wel blijven omgaan met cliënten. Dat bevalt goed. Je moet wel kunnen schakelen, hier. Als je met iets bezig bent, gebeurt er iets anders dat je dan moet laten voorgaan. Je moet overzicht houden op verschillende dingen. En aan het einde van de dag kijken of je alles kunt afvinken.
VDW_tabletten
TERUG

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

Twitter

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden