Gerrie Izaks heeft het
naar haar zin bij ’t Bouwhuis,
weet haar familie.
Gerrie Izaks (51 jaar) straalt als ze haar broer Bert en zijn vrouw Margje ziet. “Hoe is het?”, vraagt Margje. Ze zijn even op bezoek bij Gerrie in werklokaal 8, om samen op de foto te kunnen voor Dichtbij.
Gerrie heeft hier sinds driekwart jaar dagbesteding. Ze rijdt er elke dag zelf naartoe in haar elektrische rolstoel. Dat vindt ze heerlijk, vertellen Margje en Bert. Ze genoot er ook altijd van om met een busje naar de dagbesteding aan de Leuvenstraat in Hengelo te gaan – dan ga je écht naar je werk. Maar door bezuinigingen bij de gemeente is dat vervoer sinds 2014 niet meer mogelijk.
Lopend door de gangen op weg naar werklokaal 8 begroeten Bert en Margje tal van andere bewoners. “Na 32 jaar ken je heel wat mensen.” Want zo lang woont Gerrie al op ’t Bouwhuis.
Naar huis
In 1983 verhuisde ze er naartoe, negentien jaar oud, toen de verzorging thuis voor haar ouders steeds zwaarder werd. Het was een moeilijke stap, herinnert Bert zich. “Als je hier praat met familieleden van andere bewoners, dan merk je dat veel anderen dat ook zo hebben ervaren. Mijn ouders – ze zijn inmiddels overleden – gingen elke week op bezoek. In het begin kwam Gerrie in het weekeinde nog naar huis.”
Bert was elf jaar toen zijn zus werd geboren. In eerste instantie leek Gerrie een gezonde baby, maar na verloop van tijd werd een achterstand in de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling ontdekt, vermoedelijk als gevolg van een zuurstoftekort bij de geboorte. “Je groeit er mee op, de situatie is zo. Je accepteert het. Iedereen die bij ons thuis kwam ook, trouwens. Maar het was en is wel een rode draad in ons leven”, vertelt Bert.
Het scheelde dat de ouders van Gerrie en Bert waren ‘ingetrouwd’ bij opa en oma. Ze namen de zorg voor Gerrie regelmatig over. Bert: “Onze ouders hebben veel steun van hen gehad.”
Bert en Margje Izaks
samen met hun
(schoon-)zus Gerrie
in werklokaal 8.
Feestje
Tientallen jaren woonde Gerrie op ’t Bouwhuis in dezelfde groep. Sinds een paar jaar verblijft ze in een andere groep. Ze heeft een kamer in de nieuwbouw aan de Eikenlaan, gelukkig op een steenworp afstand van haar oude huisgenoten. Ze gaat nog regelmatig naar hen toe en Jan, met wie ze is ‘getrouwd’, komt vaak naar de groep van Gerrie.
Getrouwd? Bert: “Een jaar of wat geleden werd ik gebeld: ‘Gerrie gaat trouwen.’ Niet echt. Het bleek vooral te gaan om een goede reden voor een feestje. In eerste instantie wisten we niet goed wat we ervan moest denken, maar nu vinden we het wel grappig. Ze zien elkaar regelmatig. Op hun manier zijn ze heel close.” Gerrie is verder dol op haar ‘kindje’, een babypop, en de wekelijkse disco.
Golflengte
Gerrie heeft al jaren dezelfde begeleiders, wat voor haar, maar ook voor Bert en Margje, heel plezierig is. Bert: “We zitten op dezelfde golflengte. Als er iets is, dan weten ze al bijna hoe wij erover denken.” Margje: “Dat je elkaar begrijpt, is heel fijn. Een goede klik is belangrijk.” Omdat de begeleiders haar goed kennen, hebben ze snel door wat Gerrie bedoelt, ook al kan ze niet praten. Ze communiceert via een spraakcomputer. Hier is Gerrie op haar plek, beamen Bert en Margje. “We zouden het niet beter kunnen doen.”